woensdag 11 februari 2009
vrijdag 6 februari 2009
Mozeskriebel en de dodenrit in het Zomerpaleis
Hallo mensen, het is alweer lang geleden ondanks de goede voornemens, maar we hebben het zo druk met reizen en leuke dingen doen, dat we 's avonds uitgeput in ons bedje vallen.
Maar hier is ie dan, onze tweede bijdrage aan de weblog van Niels, die nu even op de wc zit.
Een drol te draaien om vervolgens in de wcpot te laten drijven.. Van wie heeft ie dat toch?
We zijn inmiddels niet meer in Cambodja, maar in Bangkok en komen net thuis van een tourtje naar Ayutthaya, de oude hoofdstad van Thailand.
We zijn via Battambang, waar Niels en ik nog een dagje platteland achterop de moto gedaan hebben en Kaja een dagje heeft liggen chillen bij het zwembad van het hotel, naar de kust gereisd, naar Shihanoukville. Daar zijn we vier dagen geweest, we hadden een hotel vlak aan het strand en er waren zoveel strandtenten, dat we ze niet allemaal hebben kunnen bezoeken, maar we hebben ons best gedaan. We hebben de locale economie zo goed als we konden gestimuleerd. Op het strand worden je constant goederen en diensten aangeboden, van fruitverkopers tot BBQ-verkopers, dames die mani- en pedicures of massages geven en ontharen doen ze en passent ook nog even, tot kinderen die na schooltijd armbandjes, kettinkjes en vuurwerk verkopen. Maar we hebben niet alleen op het strand gelegen natuurlijk. Zo zijn wij niet! Twee dagen luieren is eigenlijk al te veel!
Een dag zijn we naar een nationaal park (Ream) gegaan waar we vrijwel gelijk een neushoornvogel spotten en geen dolfijen hebben gezien. En waar Kaja haar bijnaam "The Rose" heeft gekregen van de allercharmantste Ranger Niem.
En we zijn nog een dagje op een boottour geweest om te snorkelen, maar deze viel ietwat in het water, Niels had voedselvergifting en kon niet mee, en ik kreeg gaandeweg de boottocht steeds meer buikpijn, zo erg dat ik dacht dat ik de volgende dag niet mee naar Bangkok zou kunnen en zou moeten achterblijven in Cambodja. Ik kan niet zo goed ziek zijn geloof ik, ik dacht al aan blaas of nierbekkenontsteking, maar gelukkig dacht dokter Yen er anders over. Met een paar pillen stuurde hij me weg en vond dat de bustocht gemakkelijk kon. En dat bleek ook zo te zijn.
Het was een twaalf uur durende rit naar Bangkok, en we waren blij dat we het hotel hadden gevonden. Even eten en daarna lekker op ons bed vallen, dachten wij. Maar enkele anderen waren ons voor! Mozeskriebel, bij thuiskomst staarden vanaf onze bedden vele vreemde ogen aan, uitgehongerde bedwantsen wachten ons op. GATVER!!! We hebben nog laten sprayen, maar dat kon toch niet voorkomen dat we ze ons te grazen hebben genomen, bloed bevlekte onze lakens, wanneer we ze doodmepten, wanneer we ze in de gaten hadden.
Ander hotel genomen de volgende ochtend, en Bangkok gaan verkennen. The Royal Palace schitterend rijk gedecoreerd, met een prachtige, misschien wel een kilometer lange schildering van het boek de Ramayana. En daarna de MBK, een enorme shoppingmall, waar we eerst alledrie ons weegs zijn gegaan en vervolgens omstebeurt naar de kapper. Niels heeft verrassend genoeg nog het meeste gekocht: een heus pak! Dus als iemand nog voor een leuke gelegenheid kan zorgen.....
Vandaag zijn we dus gedrieen naar Ayutthaya gegaan en naar het zomerpaleis! Na de ochtend te hebben gespendeerd met tempels bezoeken in Ayutthaya kwamen we verhit en vermoeid aan in het zomerpaleis. En dat is GROOT! De golfkarretjes stonden al op ons te wachten! We hebben Niels zijn eerste rijles gegeven! Lachuh! Twee geduldige rijinstructeurs aan zijn zijde. Hij deed het prima, een natuurtalentje (dat Dries-gen heeft ie dus niet!). En een ticket voor te hard rijden zal Nielsje nooit krijgen. Net op tijd waren we wer terug bij de uitgang, ander was het busje zonder ons vertrokken. Ja Niels, we reden op een slakkengangetje.
Morgen alweer onze laatste dag, maar dan gaan we vanuit Amsterdam de foto's uploaden.
En voor wie nog een beetje humor kan gebruiken, volgt hier de tip van de dag van Kaja also known as "The Leader/The Rose": http://www.youtube.com/watch?v=d0DYIEBXi04
(Vooral voor Djessy)!
Groeten uit Bangkok!
Maar hier is ie dan, onze tweede bijdrage aan de weblog van Niels, die nu even op de wc zit.
Een drol te draaien om vervolgens in de wcpot te laten drijven.. Van wie heeft ie dat toch?
We zijn inmiddels niet meer in Cambodja, maar in Bangkok en komen net thuis van een tourtje naar Ayutthaya, de oude hoofdstad van Thailand.
We zijn via Battambang, waar Niels en ik nog een dagje platteland achterop de moto gedaan hebben en Kaja een dagje heeft liggen chillen bij het zwembad van het hotel, naar de kust gereisd, naar Shihanoukville. Daar zijn we vier dagen geweest, we hadden een hotel vlak aan het strand en er waren zoveel strandtenten, dat we ze niet allemaal hebben kunnen bezoeken, maar we hebben ons best gedaan. We hebben de locale economie zo goed als we konden gestimuleerd. Op het strand worden je constant goederen en diensten aangeboden, van fruitverkopers tot BBQ-verkopers, dames die mani- en pedicures of massages geven en ontharen doen ze en passent ook nog even, tot kinderen die na schooltijd armbandjes, kettinkjes en vuurwerk verkopen. Maar we hebben niet alleen op het strand gelegen natuurlijk. Zo zijn wij niet! Twee dagen luieren is eigenlijk al te veel!
Een dag zijn we naar een nationaal park (Ream) gegaan waar we vrijwel gelijk een neushoornvogel spotten en geen dolfijen hebben gezien. En waar Kaja haar bijnaam "The Rose" heeft gekregen van de allercharmantste Ranger Niem.
En we zijn nog een dagje op een boottour geweest om te snorkelen, maar deze viel ietwat in het water, Niels had voedselvergifting en kon niet mee, en ik kreeg gaandeweg de boottocht steeds meer buikpijn, zo erg dat ik dacht dat ik de volgende dag niet mee naar Bangkok zou kunnen en zou moeten achterblijven in Cambodja. Ik kan niet zo goed ziek zijn geloof ik, ik dacht al aan blaas of nierbekkenontsteking, maar gelukkig dacht dokter Yen er anders over. Met een paar pillen stuurde hij me weg en vond dat de bustocht gemakkelijk kon. En dat bleek ook zo te zijn.
Het was een twaalf uur durende rit naar Bangkok, en we waren blij dat we het hotel hadden gevonden. Even eten en daarna lekker op ons bed vallen, dachten wij. Maar enkele anderen waren ons voor! Mozeskriebel, bij thuiskomst staarden vanaf onze bedden vele vreemde ogen aan, uitgehongerde bedwantsen wachten ons op. GATVER!!! We hebben nog laten sprayen, maar dat kon toch niet voorkomen dat we ze ons te grazen hebben genomen, bloed bevlekte onze lakens, wanneer we ze doodmepten, wanneer we ze in de gaten hadden.
Ander hotel genomen de volgende ochtend, en Bangkok gaan verkennen. The Royal Palace schitterend rijk gedecoreerd, met een prachtige, misschien wel een kilometer lange schildering van het boek de Ramayana. En daarna de MBK, een enorme shoppingmall, waar we eerst alledrie ons weegs zijn gegaan en vervolgens omstebeurt naar de kapper. Niels heeft verrassend genoeg nog het meeste gekocht: een heus pak! Dus als iemand nog voor een leuke gelegenheid kan zorgen.....
Vandaag zijn we dus gedrieen naar Ayutthaya gegaan en naar het zomerpaleis! Na de ochtend te hebben gespendeerd met tempels bezoeken in Ayutthaya kwamen we verhit en vermoeid aan in het zomerpaleis. En dat is GROOT! De golfkarretjes stonden al op ons te wachten! We hebben Niels zijn eerste rijles gegeven! Lachuh! Twee geduldige rijinstructeurs aan zijn zijde. Hij deed het prima, een natuurtalentje (dat Dries-gen heeft ie dus niet!). En een ticket voor te hard rijden zal Nielsje nooit krijgen. Net op tijd waren we wer terug bij de uitgang, ander was het busje zonder ons vertrokken. Ja Niels, we reden op een slakkengangetje.
Morgen alweer onze laatste dag, maar dan gaan we vanuit Amsterdam de foto's uploaden.
En voor wie nog een beetje humor kan gebruiken, volgt hier de tip van de dag van Kaja also known as "The Leader/The Rose": http://www.youtube.com/watch?v=d0DYIEBXi04
(Vooral voor Djessy)!
Groeten uit Bangkok!
zaterdag 24 januari 2009
Taking over... zaterdag 24 januari
Hallo familie en vrienden van Niels (en onszelf want wie van Niels familie of een vriend is, is er ook een van ons!), wij nemen het bloggen ff over van Niels. We kregen nogal wat klachten mee vanuit Nederland dat hij zijn blog nogal verwaarloosde, dus het eerste dat Niels deed toen hij dit hoorde, was ons toegang tot zijn blog geven.
We zijn alweer een dag of zes in Cambodja. Kaja en ik vertrokken zondagochtend vroeg, uitgezwaaid door Jan en kwamen maandag tegen een uur of vijf 's middags in Phnom Penh op het vliegveld aan. Daar stond een meneer met een tuktuk op ons te wachten. Achteroverleunend, warme wind door de haren, lieten we ons tijdens het rushhour in Phnom Penh naar ons guesthouse brengen. En daar kwam Niels net schoon gedoucht de trap af. Hij was net een uurtje eerder aangekomen. Het weerzien was natuurlijk roerend, en niet lang daarna zijn we de stad ingegaan om onze eerste Khmermaaltijd te eten. En een biertje erbij te drinken natuurlijk.
We hebben het niet al te laat gemaakt, want we waren alledrie bekaf van het reizen. Eerst een nachtje goed slapen.
De volgende dag hebben we onze eerste tempel, de Wat Phnom bezocht. Het is hier tussen de middag erg warm, dus dan moet je een beetje rustig aan doen. Na het tempelbezoek zijn we daarom naar Seeing Hands geweest, een massagesalon waar blinde masseurs werken. We moesten een grote groene pyjama aan en werden vervolgens een uur lang gekneed en beklopt. Heerlijk! 's Middag het Nationaal Museum bezocht, want alle mooie beelden die ze in de Angkor tempels hebben gevonden, die staan hier.
De tweede dag in Phnom Penh zijn we een kookcursus gaan doen. Dat was fantastisch, we hebben zelf de beste loempia's ooit geproefd gemaakt. Echt, jullie moeten allemaal een keer komen eten. Ook nog andere dingen gemaakt, zoals de beroemde Cambodjaanse amok, een visgerecht, gestoomd in bananenblad. Het allerleukst was nog het bezoek aan de markt, waar we uitleg kregen over allerlei specifiek Cambodjaanse etenswaar en kruiderij.
De derde dag hebben Kaja en ik het Koninklijk Paleis bezocht en is Niels naar de Killing Fields geweest.
En gisteren dus per boot (5 uurtjes) naar Siem Reap. Erg mooie trip, huizen op palen van wel vijf meter hoog, drijvende dorpen, alles is anders, je kijkt je ogen uit.
En vandaag twee wat verder gelegen tempels van het Angkor Wat complex bezocht. Per tuktuk natuurlijk. De wegen zijn hier over het algemeen goed te doen, maar er zijn ook stukken bij met behoorlijk wat butsten en kuilen. En stoffig! Iedereen zit hier ook ingepakt in doeken en mutsen op zijn brommer of tuktuk. Maar het was een hele leuke rit, wat onderweg ook veel te zien. Ook hier huizen op palen, met hangmatten eronder, veel winkeltjes langs de weg, met natuurlijk veel souvenirs voor de toeristen, maar ook met eten en drinken. Koeien los langs de weg en ook hier toch weer veel zwaaiende kindertjes.
De eerste tempel was zo'n anderhalve kilometer de jungle in. Dat was behoorlijk klimmen. Een bus vol Franse toeristen van 65 plus had er veel moeite mee, maar hebben het uiteindelijk allemaal gehaald. De tempel was in de waterval gebouwd, het was erg prachtig. Het water stroomde over de diverse beeldhouwwerken die in de rotsen waren uitgehouwen.
De tweede tempel was er eentje op land. Ook erg mooi, met heel fijn beeldhouwwerk. Tja, het is jammer dat ik geen foto's kan uploaden, want het is moeilijk zoiets in woorden te beschrijven. Als je komt eten moet je maar gelijk de foto's bekijken.
Zo direct gaan we eten in het Singing Tree Café, tot de volgende keer en liefs van ons alledrie
We zijn alweer een dag of zes in Cambodja. Kaja en ik vertrokken zondagochtend vroeg, uitgezwaaid door Jan en kwamen maandag tegen een uur of vijf 's middags in Phnom Penh op het vliegveld aan. Daar stond een meneer met een tuktuk op ons te wachten. Achteroverleunend, warme wind door de haren, lieten we ons tijdens het rushhour in Phnom Penh naar ons guesthouse brengen. En daar kwam Niels net schoon gedoucht de trap af. Hij was net een uurtje eerder aangekomen. Het weerzien was natuurlijk roerend, en niet lang daarna zijn we de stad ingegaan om onze eerste Khmermaaltijd te eten. En een biertje erbij te drinken natuurlijk.
We hebben het niet al te laat gemaakt, want we waren alledrie bekaf van het reizen. Eerst een nachtje goed slapen.
De volgende dag hebben we onze eerste tempel, de Wat Phnom bezocht. Het is hier tussen de middag erg warm, dus dan moet je een beetje rustig aan doen. Na het tempelbezoek zijn we daarom naar Seeing Hands geweest, een massagesalon waar blinde masseurs werken. We moesten een grote groene pyjama aan en werden vervolgens een uur lang gekneed en beklopt. Heerlijk! 's Middag het Nationaal Museum bezocht, want alle mooie beelden die ze in de Angkor tempels hebben gevonden, die staan hier.
De tweede dag in Phnom Penh zijn we een kookcursus gaan doen. Dat was fantastisch, we hebben zelf de beste loempia's ooit geproefd gemaakt. Echt, jullie moeten allemaal een keer komen eten. Ook nog andere dingen gemaakt, zoals de beroemde Cambodjaanse amok, een visgerecht, gestoomd in bananenblad. Het allerleukst was nog het bezoek aan de markt, waar we uitleg kregen over allerlei specifiek Cambodjaanse etenswaar en kruiderij.
De derde dag hebben Kaja en ik het Koninklijk Paleis bezocht en is Niels naar de Killing Fields geweest.
En gisteren dus per boot (5 uurtjes) naar Siem Reap. Erg mooie trip, huizen op palen van wel vijf meter hoog, drijvende dorpen, alles is anders, je kijkt je ogen uit.
En vandaag twee wat verder gelegen tempels van het Angkor Wat complex bezocht. Per tuktuk natuurlijk. De wegen zijn hier over het algemeen goed te doen, maar er zijn ook stukken bij met behoorlijk wat butsten en kuilen. En stoffig! Iedereen zit hier ook ingepakt in doeken en mutsen op zijn brommer of tuktuk. Maar het was een hele leuke rit, wat onderweg ook veel te zien. Ook hier huizen op palen, met hangmatten eronder, veel winkeltjes langs de weg, met natuurlijk veel souvenirs voor de toeristen, maar ook met eten en drinken. Koeien los langs de weg en ook hier toch weer veel zwaaiende kindertjes.
De eerste tempel was zo'n anderhalve kilometer de jungle in. Dat was behoorlijk klimmen. Een bus vol Franse toeristen van 65 plus had er veel moeite mee, maar hebben het uiteindelijk allemaal gehaald. De tempel was in de waterval gebouwd, het was erg prachtig. Het water stroomde over de diverse beeldhouwwerken die in de rotsen waren uitgehouwen.
De tweede tempel was er eentje op land. Ook erg mooi, met heel fijn beeldhouwwerk. Tja, het is jammer dat ik geen foto's kan uploaden, want het is moeilijk zoiets in woorden te beschrijven. Als je komt eten moet je maar gelijk de foto's bekijken.
Zo direct gaan we eten in het Singing Tree Café, tot de volgende keer en liefs van ons alledrie
dinsdag 20 januari 2009
Offer je koffiepauze (of je hele werkdag, ligt aan je AVI--niveau)
Hey Koukleumpies!
Ik zal jullie even een supergrote update geven van al wat er de afgelopen weken is gebeurd. Misschien dat ik dat niet helemaal tot het heden haal, maar dat zien we dan wel weer.
Een week of twee geleden had ik nog een vriendinnetje. Veel geld en tijd -maar vooral geld- is er aan en met -en vooral aan- haar besteed.
Ik heb haar ontmoet in Vang Vieng, waar ze geboren is. De achtentwintigste december zijn we samen naar Vientiane gereden. Op de brommer, koffer vol make-up op je dijen, backpack op de rug en een zak kleren op de borst. Maar wel supersnel! Een uurtje of vier maar. Lekker. In Vientiane aangekomen de eerste de beste hotelkamer gepakt, beetje duur, en, naar wat later bleek, echt met superdunne muren. Meer daarover vertel ik bij terugkeer in Nederland, aan een select publiek dat aan poep- en pieshumor doet.
Na een uiterst goeie nachtrust hebben we de volgende twee dagen besteed aan familiebezoek. Echt kut. Mijn eigen familie bezoeken, prima. Maar een stelletje van die buitenlanders die geen Nederlands spreken, en bij de geringste beweging die je maakt onmiddelijk zelf ook uit hun stoel opspringen om met je op de immer uit de speakers blazende thaise lovesongs te dansen, en die je vies voedsel aanbieden, en daarnaast ook nog jouw biertjes opdrinken (het is de bedoeling dat je alles deelt, maar die gozerts hebben nooit bieries), dat vind ik minder prima.
En dat twintig uur lang, verspreid over twee dagen. Achja, alles gaat voorbij, en gelukkig mocht ik ook doen alsof ik diarree had en dan superlang naar de wc gaan.
En toen was het voorbij, althans, dat zei Cat, wat trouwens de naam is van mijn vriendin van twee weken. O wat een heerlijk gevoel! Mijn glimlach was de hele dag niet meer van mijn gezicht te vegen. Glimlachend gaf ik twintig euro aan Cat, om ingrediënten te kopen, om eens lekker voor ons te gaan koken! Mijn glimlach vervaagde zelfs niet toen ze terugkwam met twee vers geslachte kippen, anderhalve kilo aan koeienvlees, en drie kilo aan diverse groentes. Ik dacht dat ze gewoon niet zo'n goed gevoel voor proportie had.
Toen we op de terugweg recht voorbij ons hotel reden (met twee vers geslachte kippen, anderhalve kilo aan koeienvlees, en drie kilo aan diverse groentes op mijn schoot), vervaagde mijn glimlach. Kut. Voorbij het hotel betekent namelijk de stad uit. De stad uit betekent twintig familieleden binnen een straal van tien kilometer. Met op tien kilometer afstand haar vader en zijn kroost, de ergste dronkelappen van het stel. Na de hele buurt begroet te hebben, een proces van een uur, en dat na een hobbelige rit over een zandweggetje van eenzelfde strekking, mocht ik eindelijk neerploffen op een zitplaats in het huis van de Vader (maar dan die andere)(nee, ook niet Darth)(de echte)(Cats vader, bedoel ik). Dat doet pijn, dat neerploffen. Je zitplaats is namelijk een kleed van drie millimeter dikte, met daaronder een laag beton met allemaal takjes en glasscherven enzo er in.
Daar heb ik eigenlijk een best wel gezellig oudjaar gehad. Oudjaar? Oja, vergeten, het was oudjaar. Wist ik op het moment zelf ook niet. En toen kreeg ik een ingeving. Oudjaar betekent een naderend nieuwjaar. Nieuwjaar betekent feest. Feest betekent een excuus om hier weg te komen, aangezien hier op de grond zitten en kippetenen afkluiven niet echt een feest is, tenminste, in mijn feestelijke idee van de betekenis van het woord feest. Ik heb dat idee in redelijk beleefde bewoordingen aan de familie en de buurtgenoten ten ore kunnen brengen, en ze wilden natuurlijk allemaal dolgraag mee naar dat feest. Kut. En toen kwam mijn tweede briljante ingeving. Een fucking duur feest. Ik weet het, ik ben een slecht mens. Maar het werkte. Bij de genoemde entree van een tientje schrokken de familie- en buurtgenoten. Mission Accomplished!
Voor de zekerheid zijn Cat en ik toen maar naar dat feest gegaan (stel je voor dat een vriend van de familie ons daar niet ziet! Cat ging zich eerst nog verkleden en haar make-up nog een beetje bijwerken. Om kwart voor twaalf, na twee uur over Cat's schouder loerend mij te zitten irriteren ben ik maar op de brommer gestapt, naar het Don Chan hotel, de locatie van het feest. Om vijf voor twaalf kwam ik daar aan, en werd bijna aangereden door Cat, die waarschijnlijk een paar seconden na mijn wegrijden besloten had dat haar make-up toch wel afdoende zou zijn in de niet al te goed verlichte nachtclub. De ruzie werd bijgelegd, en het feest was verder heel leuk, met een spectaculaire vuurwerkshow en natuurlijk de vaste dronken nieuwjaarsfeestgangers, de goedzakken.
For the sake of RSI-preventie kap ik nu maar even met typen.
De ballen vrienden!
Beautysalons, massages en mierzoete cocktails. Voor haar dan.
Ik zal jullie even een supergrote update geven van al wat er de afgelopen weken is gebeurd. Misschien dat ik dat niet helemaal tot het heden haal, maar dat zien we dan wel weer.
Een week of twee geleden had ik nog een vriendinnetje. Veel geld en tijd -maar vooral geld- is er aan en met -en vooral aan- haar besteed.
Ik heb haar ontmoet in Vang Vieng, waar ze geboren is. De achtentwintigste december zijn we samen naar Vientiane gereden. Op de brommer, koffer vol make-up op je dijen, backpack op de rug en een zak kleren op de borst. Maar wel supersnel! Een uurtje of vier maar. Lekker. In Vientiane aangekomen de eerste de beste hotelkamer gepakt, beetje duur, en, naar wat later bleek, echt met superdunne muren. Meer daarover vertel ik bij terugkeer in Nederland, aan een select publiek dat aan poep- en pieshumor doet.
Na een uiterst goeie nachtrust hebben we de volgende twee dagen besteed aan familiebezoek. Echt kut. Mijn eigen familie bezoeken, prima. Maar een stelletje van die buitenlanders die geen Nederlands spreken, en bij de geringste beweging die je maakt onmiddelijk zelf ook uit hun stoel opspringen om met je op de immer uit de speakers blazende thaise lovesongs te dansen, en die je vies voedsel aanbieden, en daarnaast ook nog jouw biertjes opdrinken (het is de bedoeling dat je alles deelt, maar die gozerts hebben nooit bieries), dat vind ik minder prima.
En dat twintig uur lang, verspreid over twee dagen. Achja, alles gaat voorbij, en gelukkig mocht ik ook doen alsof ik diarree had en dan superlang naar de wc gaan.
En toen was het voorbij, althans, dat zei Cat, wat trouwens de naam is van mijn vriendin van twee weken. O wat een heerlijk gevoel! Mijn glimlach was de hele dag niet meer van mijn gezicht te vegen. Glimlachend gaf ik twintig euro aan Cat, om ingrediënten te kopen, om eens lekker voor ons te gaan koken! Mijn glimlach vervaagde zelfs niet toen ze terugkwam met twee vers geslachte kippen, anderhalve kilo aan koeienvlees, en drie kilo aan diverse groentes. Ik dacht dat ze gewoon niet zo'n goed gevoel voor proportie had.
Toen we op de terugweg recht voorbij ons hotel reden (met twee vers geslachte kippen, anderhalve kilo aan koeienvlees, en drie kilo aan diverse groentes op mijn schoot), vervaagde mijn glimlach. Kut. Voorbij het hotel betekent namelijk de stad uit. De stad uit betekent twintig familieleden binnen een straal van tien kilometer. Met op tien kilometer afstand haar vader en zijn kroost, de ergste dronkelappen van het stel. Na de hele buurt begroet te hebben, een proces van een uur, en dat na een hobbelige rit over een zandweggetje van eenzelfde strekking, mocht ik eindelijk neerploffen op een zitplaats in het huis van de Vader (maar dan die andere)(nee, ook niet Darth)(de echte)(Cats vader, bedoel ik). Dat doet pijn, dat neerploffen. Je zitplaats is namelijk een kleed van drie millimeter dikte, met daaronder een laag beton met allemaal takjes en glasscherven enzo er in.
Daar heb ik eigenlijk een best wel gezellig oudjaar gehad. Oudjaar? Oja, vergeten, het was oudjaar. Wist ik op het moment zelf ook niet. En toen kreeg ik een ingeving. Oudjaar betekent een naderend nieuwjaar. Nieuwjaar betekent feest. Feest betekent een excuus om hier weg te komen, aangezien hier op de grond zitten en kippetenen afkluiven niet echt een feest is, tenminste, in mijn feestelijke idee van de betekenis van het woord feest. Ik heb dat idee in redelijk beleefde bewoordingen aan de familie en de buurtgenoten ten ore kunnen brengen, en ze wilden natuurlijk allemaal dolgraag mee naar dat feest. Kut. En toen kwam mijn tweede briljante ingeving. Een fucking duur feest. Ik weet het, ik ben een slecht mens. Maar het werkte. Bij de genoemde entree van een tientje schrokken de familie- en buurtgenoten. Mission Accomplished!
Voor de zekerheid zijn Cat en ik toen maar naar dat feest gegaan (stel je voor dat een vriend van de familie ons daar niet ziet! Cat ging zich eerst nog verkleden en haar make-up nog een beetje bijwerken. Om kwart voor twaalf, na twee uur over Cat's schouder loerend mij te zitten irriteren ben ik maar op de brommer gestapt, naar het Don Chan hotel, de locatie van het feest. Om vijf voor twaalf kwam ik daar aan, en werd bijna aangereden door Cat, die waarschijnlijk een paar seconden na mijn wegrijden besloten had dat haar make-up toch wel afdoende zou zijn in de niet al te goed verlichte nachtclub. De ruzie werd bijgelegd, en het feest was verder heel leuk, met een spectaculaire vuurwerkshow en natuurlijk de vaste dronken nieuwjaarsfeestgangers, de goedzakken.
For the sake of RSI-preventie kap ik nu maar even met typen.
De ballen vrienden!
Beautysalons, massages en mierzoete cocktails. Voor haar dan.
zaterdag 27 december 2008
Oeps, een weekje bloggen overgeslagen!
Hebben jullie me gemist? Ik jullie wel!
Ik heb nu alweer tien dagen doorgebracht in Vang Vieng, toch wel een beetje de sin city van Laos. Hier heb ik mijn dagen doorgebracht met vooral veel van een drankje genieten, vreemde toeristen te ontmoeten, rond kampvuren dansen en slapen. Maar overdag is er hier ook redelijk wat te beleven! Kajakken, raften, bergebeklimmen in grotten, het kan allemaal. Vooral het bergbeklimmen in de grot (ik kan niet op het Nederlandse woord daarvoor komen) was erg gaaf, alhoewel het me peentjes deed zweten. Mijn gids was een jochie van zes, equipment was niet aanwezig en de enige verliching was een flikkerend zaklampje. We zijn denk ik zo'n vierhonderd meter in de berg afgedaald, een verschrikkelijke tocht van twee uur en er was helemaal niks te zien daar beneden. Maar natuurlijk wel echt een kick om te doen. Schuifelend in het donker over richeltjes, door spleten wurmend een watervlugge zesjarige bijhouden is precies zo moeilijk als het klinkt. Ik ben die avond om zes uur naar bed gegaan en ben de volgende dag met zieke spierpijn om 10 uur uit mijn bed gerold. Oei oei oei.
Kerst hier was precies hetzelfde als elke andere avond, behalve dat er nu kalkoen op het menu stond. Hartstikke gezellig dus! De muziek was wel dramatisch; alles moest up-tempo zijn, maar tegelijkertijd wilden ze ook meezingers draaien. Wat deden ze? Johnny Cash op 110 bpm draaien. Bah.
Desondanks natuurlijk toch mee lopen brullen, mede aangemoedigd door de emmers Cuba Libre die hier maar 20000 kip kosten.
Minder is mijn uitgavepatroon. De dagen raften, klimmen, kajakken, tuben en motorrijden zijn toch best wel aan de prijs. Daarnaast ben ik ook periodiek bestolen.
Ik had een een groep leuke mensen ontmoet, die al vanaf Thailand samen reisden. Supergezellig. Alleen verdween er toch af en toe opeens vijftigduizend kip uit mijn zak. Misschien ergens laten vallen? Per ongeluk een briefje teveel gegeven en niet teruggekregen? Toen ik in een internetcafe naar mijn bankafschriften keek en zag hoeveel ik had moeten pinnen werd ik toch wel erg achterdochtig, en ben ik mijn portemonnaie en andere waardevolle dingen steeds in de hotelkluis gaan stoppen, en had ik nooit eer dan een tientje op zak. De dag daarna was Frank (een van de 'vrienden') vertrokken, en waren alle paspoorten, creditcards en cash verdwenen. Ik heb in dat opzicht dus nog relatief wat geluk gehad.
Ik ben ook nog superziek geweest, een of andere darminfectie. Ben nog steeds niet helemaal topfit, maar ik kan tenminste redelijk wat voedsel binnenhouden en ik ben toch wel 10 uur per dag wakker.
Morgen ga ik met een Lao-meisje naar Vientiane, en ga daar een nieuwe camera kopen, zodat ik jullie weer van foto's kan voorzien! Ik hoop dat het me lukt het meisje af te schudden (die wil graag wat langer in Vientiane blijven, maar dat is mij te duur, ik wil nu echt zuinigaan doen) en tegen nieuwjaar ergens aan de kust van Vietnam te zitten.
Ik ga er weer vandoor, alvast een gelukkig nieuwjaar gewenst!
Wie doet er mee met stoppen met roken?
Ik heb nu alweer tien dagen doorgebracht in Vang Vieng, toch wel een beetje de sin city van Laos. Hier heb ik mijn dagen doorgebracht met vooral veel van een drankje genieten, vreemde toeristen te ontmoeten, rond kampvuren dansen en slapen. Maar overdag is er hier ook redelijk wat te beleven! Kajakken, raften, bergebeklimmen in grotten, het kan allemaal. Vooral het bergbeklimmen in de grot (ik kan niet op het Nederlandse woord daarvoor komen) was erg gaaf, alhoewel het me peentjes deed zweten. Mijn gids was een jochie van zes, equipment was niet aanwezig en de enige verliching was een flikkerend zaklampje. We zijn denk ik zo'n vierhonderd meter in de berg afgedaald, een verschrikkelijke tocht van twee uur en er was helemaal niks te zien daar beneden. Maar natuurlijk wel echt een kick om te doen. Schuifelend in het donker over richeltjes, door spleten wurmend een watervlugge zesjarige bijhouden is precies zo moeilijk als het klinkt. Ik ben die avond om zes uur naar bed gegaan en ben de volgende dag met zieke spierpijn om 10 uur uit mijn bed gerold. Oei oei oei.
Kerst hier was precies hetzelfde als elke andere avond, behalve dat er nu kalkoen op het menu stond. Hartstikke gezellig dus! De muziek was wel dramatisch; alles moest up-tempo zijn, maar tegelijkertijd wilden ze ook meezingers draaien. Wat deden ze? Johnny Cash op 110 bpm draaien. Bah.
Desondanks natuurlijk toch mee lopen brullen, mede aangemoedigd door de emmers Cuba Libre die hier maar 20000 kip kosten.
Minder is mijn uitgavepatroon. De dagen raften, klimmen, kajakken, tuben en motorrijden zijn toch best wel aan de prijs. Daarnaast ben ik ook periodiek bestolen.
Ik had een een groep leuke mensen ontmoet, die al vanaf Thailand samen reisden. Supergezellig. Alleen verdween er toch af en toe opeens vijftigduizend kip uit mijn zak. Misschien ergens laten vallen? Per ongeluk een briefje teveel gegeven en niet teruggekregen? Toen ik in een internetcafe naar mijn bankafschriften keek en zag hoeveel ik had moeten pinnen werd ik toch wel erg achterdochtig, en ben ik mijn portemonnaie en andere waardevolle dingen steeds in de hotelkluis gaan stoppen, en had ik nooit eer dan een tientje op zak. De dag daarna was Frank (een van de 'vrienden') vertrokken, en waren alle paspoorten, creditcards en cash verdwenen. Ik heb in dat opzicht dus nog relatief wat geluk gehad.
Ik ben ook nog superziek geweest, een of andere darminfectie. Ben nog steeds niet helemaal topfit, maar ik kan tenminste redelijk wat voedsel binnenhouden en ik ben toch wel 10 uur per dag wakker.
Morgen ga ik met een Lao-meisje naar Vientiane, en ga daar een nieuwe camera kopen, zodat ik jullie weer van foto's kan voorzien! Ik hoop dat het me lukt het meisje af te schudden (die wil graag wat langer in Vientiane blijven, maar dat is mij te duur, ik wil nu echt zuinigaan doen) en tegen nieuwjaar ergens aan de kust van Vietnam te zitten.
Ik ga er weer vandoor, alvast een gelukkig nieuwjaar gewenst!
Wie doet er mee met stoppen met roken?
zaterdag 13 december 2008
Rara waar ben ik!
Het is hier warm, en best wel arm.
Ze zijn hier heel sociaal, en maken in hun Wat(s?) weinig kabaal.
Ze zeggen dat hier een miljoen olifanten zijn, en de prijzen zijn hier fijn.
Hier ben ik opeens miljonair, maar gezien de dalende euro is de stap naar arme sloeber niet ver.
Het antwoord vind je vanzelf in deze blog.
Mijn vorige berichtje stuurde ik vanuit Kunming. Daar was het toch best wel koud, en eerlijk gezegd was er behalve 'happy' backpackers en grote winkelcentra weinig meer te vinden van de in de Lonely Planet beschreven charme. Een kwaal die wel meer in China voorkomt. Middels een bus ben ik na twee dagen Kunming naar Dali vertrokken. Hier geen grote winkelcentra, maar toch ook wel erg toeristisch. Desalniettemin was het er erg mooi. Helaas heb ik geen foto's kunnen maken; voor het eerst was mijn batterij op.
De dag daarna heb ik een heerlijke fietstocht gemaakt langs Erhai Lu, helaas wel een paar keer last van een iets te losbandige ketting gehad, en vanaf de andere kant van het meer een ferry naar Xiaguan (zo heette het volgens mij) genomen. Uitgeput ben ik heerlijk gaan douchen (had al een paar dagen geen warm water kunnen vinden) in mijn tweede hostel in Dali (het eerste beviel niet zo, mijn kamer kon niet op slot).
Vanuit Dali heb ik een bus gepakt naar Jinhong, de hoofdstad van de Xinshuabanna prefecture. De ergste fucking busrit van mijn leven. De busrit stond geadverteerd als durende zeventien uur, wat ik al een beetje lang vind, maar deed daar in werkelijkheid zevenentwintig uren over. Over hobbelige bergpaadjes, af en toe door een rijstveld(!), om niet over een tolweg te hoeven (de tol, zag ik op een bordje, kostte 5 yuan), lekkende tanks, ja, lekkende tanks, meervoud, zowel de koelvloeistof als de olie als de benzinetank moesten eraan geloven. Op een gegeven moment zijn we maar overgestapt in een andere bus, die wat minder vaak stukging (slechts een lekke band).
FFFFFFFFFUUUUUUUUUUUUUUUUCCCCCCCKKKKKKKKKKKKKKKKKKKKK
En ik wilde niet eens in Jinhong zijn, ik moest daar alleen maar overstappen. Natuurlijk was ik voor dat overstappen een kleine negen uur te laat, maar gelukkig kon ik nog wel een bus naar Oudomxay opspringen. Maar eerst pasfoto's maken. Dat was lastig. Pasfoto is blijkbaar een moeilijk uit te beelden begrip. Engels spreekt natuurlijk niemand en wijzen naar je paspoort helpt ook niet echt. Ik ben uiteindelijk maar naar het PSB gewandeld (een politiebureau), heb daar van de balie een papiertje gepakt, een silhouet van hoofd en schouders getekend en daar een vraagteken bij gezet. Ze keken me ontzettend vuil aan, en ik moest in een arrestatiebusje gaan zitten. Vragen of we nou richting de gevangenis of de fotograaf reden kon niet echt, want ja, geen woord Engels.
We gingen naar de fotograaf, godzijdank. Klik-klik zei het fototoestel,
en daar gingen we weer. Busje komt zo! Een lekke koelvloeistoftank, een lekke band en vier uur (in plaats van de geadverteerde drie uur) sjeesden wij onder de neerdalende slagbomen van de grensovergang door. Tenminste, het Chinese deel van de grens. De Lao deden er wat moeilijker over, maarja, China konden we niet meer in, en voor 5 dollar wilden ze nog wel een paar minuten langer openblijven. Uiteindelijk heb ik maar 20 yuan voor het hele groepje neergelegd, aangezien de rest van mijn gierige Chinese-medereizigers te gierig was, en het best wel donker begon te worden. Die 20 yuan heb ik ruimschoots terugverdiend door voor mijn visa maar 200 quai neer te leggen (iets meer dan 20 euro)
Eenmaal de grens over was het nog slechts vier uur naar Oudomxay. Onderweg reden we langs alleen maar houten huisjes op palen met rieten daken en prachtig geklede Hmong, vooral rode en zwarte. Ik heb hiervan geen enkele foto kunnen nemen omdat het simpelweg teveel hobbelde. Slechtere wegen dan in Noord-Laos ga ik in dit leven denk ik niet meer tegenkomen. Ik heb de laatste paar uur gestaan, omdat ik niet meer kon zitten; mijn billen, met toch al niet zoveel zitvlees, waren bont en blauw gebeukt door alle gaten en heuvels en het gebrek aan enige vorm van een vering in het busje.
Mijn eerste Lao-zonsondergang
Oudomxay. Laat ik er zo min mogelijk woorden aan vuil maken. Het is een grensstad. Er zijn hotels, en een busstation. Geen warm water. Dat was het wel.
Op naar Luang Prabang! Procentueel gezien ben ik hier het meest genaaid door de geadverteerde reistijd van een bus. In plaats van drie uur deed ik er drie keer drie uren over. Laat ik je niet vermoeien met wat er allemaal stuk is gegaan. Maarja, er was een Engelssprekende Lao aan boord, ik noem hem 'vriend ik verstond je niet'. Omdat we elkaar niet echt verstonden. Een soort Tan eigenlijk.
Nu ben ik in Luang Prabang, serieus de meest toeristische stad die ik ooit heb gezien. Volgens mij is meer dan de helft van de bevolking niet-Lao. Maar het is hier wel prachtig, en warm. Ik ga zo maar eens sandalen proberen te scoren (mijn voeten vinden de warme vochtigheid van mijn dichte schoenen niet echt top), wat zonnebrand van een hogere factor, en misschien ook wat anti-malaria medicijnen (als ik de goeie kan vinden, tot nu toe heb ik hier alleen nog maar pillen gezien die de Lonely Planet beschrijft als 'in 40% van de gevallen niet effectief, hoog risico op psychoses' Dan liever 60% meer kans op Malaria, tot ik iets beters kan vinden.
Hoe gaat het in Nederland? Al kerskriebels? Stuur eens wat meer mailtjes!
Groetjes, Niels
Ze zijn hier heel sociaal, en maken in hun Wat(s?) weinig kabaal.
Ze zeggen dat hier een miljoen olifanten zijn, en de prijzen zijn hier fijn.
Hier ben ik opeens miljonair, maar gezien de dalende euro is de stap naar arme sloeber niet ver.
Het antwoord vind je vanzelf in deze blog.
Mijn vorige berichtje stuurde ik vanuit Kunming. Daar was het toch best wel koud, en eerlijk gezegd was er behalve 'happy' backpackers en grote winkelcentra weinig meer te vinden van de in de Lonely Planet beschreven charme. Een kwaal die wel meer in China voorkomt. Middels een bus ben ik na twee dagen Kunming naar Dali vertrokken. Hier geen grote winkelcentra, maar toch ook wel erg toeristisch. Desalniettemin was het er erg mooi. Helaas heb ik geen foto's kunnen maken; voor het eerst was mijn batterij op.
De dag daarna heb ik een heerlijke fietstocht gemaakt langs Erhai Lu, helaas wel een paar keer last van een iets te losbandige ketting gehad, en vanaf de andere kant van het meer een ferry naar Xiaguan (zo heette het volgens mij) genomen. Uitgeput ben ik heerlijk gaan douchen (had al een paar dagen geen warm water kunnen vinden) in mijn tweede hostel in Dali (het eerste beviel niet zo, mijn kamer kon niet op slot).
Vanuit Dali heb ik een bus gepakt naar Jinhong, de hoofdstad van de Xinshuabanna prefecture. De ergste fucking busrit van mijn leven. De busrit stond geadverteerd als durende zeventien uur, wat ik al een beetje lang vind, maar deed daar in werkelijkheid zevenentwintig uren over. Over hobbelige bergpaadjes, af en toe door een rijstveld(!), om niet over een tolweg te hoeven (de tol, zag ik op een bordje, kostte 5 yuan), lekkende tanks, ja, lekkende tanks, meervoud, zowel de koelvloeistof als de olie als de benzinetank moesten eraan geloven. Op een gegeven moment zijn we maar overgestapt in een andere bus, die wat minder vaak stukging (slechts een lekke band).
En ik wilde niet eens in Jinhong zijn, ik moest daar alleen maar overstappen. Natuurlijk was ik voor dat overstappen een kleine negen uur te laat, maar gelukkig kon ik nog wel een bus naar Oudomxay opspringen. Maar eerst pasfoto's maken. Dat was lastig. Pasfoto is blijkbaar een moeilijk uit te beelden begrip. Engels spreekt natuurlijk niemand en wijzen naar je paspoort helpt ook niet echt. Ik ben uiteindelijk maar naar het PSB gewandeld (een politiebureau), heb daar van de balie een papiertje gepakt, een silhouet van hoofd en schouders getekend en daar een vraagteken bij gezet. Ze keken me ontzettend vuil aan, en ik moest in een arrestatiebusje gaan zitten. Vragen of we nou richting de gevangenis of de fotograaf reden kon niet echt, want ja, geen woord Engels.
We gingen naar de fotograaf, godzijdank. Klik-klik zei het fototoestel,
en daar gingen we weer. Busje komt zo! Een lekke koelvloeistoftank, een lekke band en vier uur (in plaats van de geadverteerde drie uur) sjeesden wij onder de neerdalende slagbomen van de grensovergang door. Tenminste, het Chinese deel van de grens. De Lao deden er wat moeilijker over, maarja, China konden we niet meer in, en voor 5 dollar wilden ze nog wel een paar minuten langer openblijven. Uiteindelijk heb ik maar 20 yuan voor het hele groepje neergelegd, aangezien de rest van mijn gierige Chinese-medereizigers te gierig was, en het best wel donker begon te worden. Die 20 yuan heb ik ruimschoots terugverdiend door voor mijn visa maar 200 quai neer te leggen (iets meer dan 20 euro)
Eenmaal de grens over was het nog slechts vier uur naar Oudomxay. Onderweg reden we langs alleen maar houten huisjes op palen met rieten daken en prachtig geklede Hmong, vooral rode en zwarte. Ik heb hiervan geen enkele foto kunnen nemen omdat het simpelweg teveel hobbelde. Slechtere wegen dan in Noord-Laos ga ik in dit leven denk ik niet meer tegenkomen. Ik heb de laatste paar uur gestaan, omdat ik niet meer kon zitten; mijn billen, met toch al niet zoveel zitvlees, waren bont en blauw gebeukt door alle gaten en heuvels en het gebrek aan enige vorm van een vering in het busje.

Oudomxay. Laat ik er zo min mogelijk woorden aan vuil maken. Het is een grensstad. Er zijn hotels, en een busstation. Geen warm water. Dat was het wel.
Op naar Luang Prabang! Procentueel gezien ben ik hier het meest genaaid door de geadverteerde reistijd van een bus. In plaats van drie uur deed ik er drie keer drie uren over. Laat ik je niet vermoeien met wat er allemaal stuk is gegaan. Maarja, er was een Engelssprekende Lao aan boord, ik noem hem 'vriend ik verstond je niet'. Omdat we elkaar niet echt verstonden. Een soort Tan eigenlijk.
Nu ben ik in Luang Prabang, serieus de meest toeristische stad die ik ooit heb gezien. Volgens mij is meer dan de helft van de bevolking niet-Lao. Maar het is hier wel prachtig, en warm. Ik ga zo maar eens sandalen proberen te scoren (mijn voeten vinden de warme vochtigheid van mijn dichte schoenen niet echt top), wat zonnebrand van een hogere factor, en misschien ook wat anti-malaria medicijnen (als ik de goeie kan vinden, tot nu toe heb ik hier alleen nog maar pillen gezien die de Lonely Planet beschrijft als 'in 40% van de gevallen niet effectief, hoog risico op psychoses' Dan liever 60% meer kans op Malaria, tot ik iets beters kan vinden.
Hoe gaat het in Nederland? Al kerskriebels? Stuur eens wat meer mailtjes!
Groetjes, Niels
dinsdag 9 december 2008
Het is weer koud!
O nee! Ik zit nu in Kunming, de hoofdstad van de provincie Yunnan, in het zuidwesten van China. 14 graden! Bah! Gelukkig is het wel een mooie, relaxte stad. Ik ben gisteren pas uit Sanya vertrokken; ik heb daar in een week zoveel leuke mensen ontmoet dat het saaie Sayna toch wel heel erg leuk was.
Ik ben vooral veel omgegaan met de drie meisjes van de receptie, Sunshine, Karina en Mandy (waarvan ik overigens van alledrie nu een liefdesverklaring in de email heb zitten, en een uitnodiging om in het hostel te komen werken en leven), een Amerikaan genaamd Stuart, een Russin Jenniffer, een Nederlandse Hebe, een Zweed Richard (goeie pokeraar, is van zijn pokerwinsten op vakantie gegaan en heeft me een paar keer finaal ingemaakt), en een Ier waarvan ik denk dat ie Adrien heet. Het zou ook Angel kunnen zijn, ik verstond geen reet van wat hij zei.
Adriaan, of zoiets
Een typische dag bestond daar uit rond een uur of 10 opstaan, naar het strand gaan, terugkeren naar de schaduw van het hostel, een biertje drinken, dan weer naar het strand gaan (of gaan duiken, surfen of barbequen), terugkeren naar het hostel voor biertjes, eten en drankspelletjes met baiju (een verschrikkelijk soort rijstwhiskey, 50% en absoluut ranzig), waarna we of met zijn allen naar bed gingen (soms meer dan dat, alhoewel ik daar natuurlijk niet aan meedeed), of naar een bizarre club genaamd Dior, waar ze elke avond een ander themafeestje hebben. Soms word je begroet door mensen in berenvellen, soms door militairen en dan weer door badjassen.
Eergisteren hebben we de verjaardag van een van de in het hostel verblijvende gasten gevierd met een booze/strip/clown-cruise. Een vrij aparte ervaring. Het was op een superkleine boot met zo'n 60 Chinese mannen en een man of 10 van het hostel. De stripper had toch wel een verdachte bobbel in het broekje, de goocheltrucs van de clown mislukten allemaal en het karaoke-apparaat kende alleen Chinees. Maar het bier vloeide rijkelijk en was gratis!
We hadden echt een top-avond, en we zijn na de cruise zo snel mogelijk naar KTV (een zaak met prive-karaokeruimtes en Engelse liedjes) gerend (we waren te bezopen om eraan te denken dat we ook een taxi konden nemen voor 8 yuan, terwijl het toch een goeie 5 kilometer ver was) en hebben daar tot diep in de nacht klassiekers van Aqua, Louis Armstrong en Britney Spears lopen brullen. Op de terugweg hebben we nog een sneeuwman van zijn waardigheid beroofd (er stond bij het strand een kartonnen sneeuwman om ons in de kertststemming te brengen, daar is het nodige borsthaar etc aan toegevoegd) en zijn we bij aankomst verder gegaan met het dobbelsteen-drankspelletje (bullshitten heet het volgens mij) en ben ik in de personeelsbedden beland. Good fun!
De arme onschuldige sneeuwman
Morgen pak ik de bus naar Dali, en ga daar denk ik een rondje rond een van de grootste meren van China fietsen (rond de 120 kilometer). Hier trek ik twee dagen voor uit, aangezien het toch vrij bergachtig is daar. Daarna pak ik snel weer een bus naar het zuiden, brrr, veel te koud hier. Eerst ga ik wat dorpjes bezoeken die als het goed is nog niet door toerisme verpest zijn, en dan ga ik proberen over de grens te komen, Laos in. Moet ik nog wel malariamedicatie zien te fixen, maar dat moet wel lukken, hoop ik.
Sunshine!
Dat was het weer voorlopig! De foto's gaan nog wel even duren, aangezien ik hier nog geen computers heb kunnen vinden die het uploaden aankunnen. Ik verwacht mijn volgende berichtje vanuit Jinghong te sturen, over een dag of 5. Tot blogs!
Ik ben vooral veel omgegaan met de drie meisjes van de receptie, Sunshine, Karina en Mandy (waarvan ik overigens van alledrie nu een liefdesverklaring in de email heb zitten, en een uitnodiging om in het hostel te komen werken en leven), een Amerikaan genaamd Stuart, een Russin Jenniffer, een Nederlandse Hebe, een Zweed Richard (goeie pokeraar, is van zijn pokerwinsten op vakantie gegaan en heeft me een paar keer finaal ingemaakt), en een Ier waarvan ik denk dat ie Adrien heet. Het zou ook Angel kunnen zijn, ik verstond geen reet van wat hij zei.

Een typische dag bestond daar uit rond een uur of 10 opstaan, naar het strand gaan, terugkeren naar de schaduw van het hostel, een biertje drinken, dan weer naar het strand gaan (of gaan duiken, surfen of barbequen), terugkeren naar het hostel voor biertjes, eten en drankspelletjes met baiju (een verschrikkelijk soort rijstwhiskey, 50% en absoluut ranzig), waarna we of met zijn allen naar bed gingen (soms meer dan dat, alhoewel ik daar natuurlijk niet aan meedeed), of naar een bizarre club genaamd Dior, waar ze elke avond een ander themafeestje hebben. Soms word je begroet door mensen in berenvellen, soms door militairen en dan weer door badjassen.
Eergisteren hebben we de verjaardag van een van de in het hostel verblijvende gasten gevierd met een booze/strip/clown-cruise. Een vrij aparte ervaring. Het was op een superkleine boot met zo'n 60 Chinese mannen en een man of 10 van het hostel. De stripper had toch wel een verdachte bobbel in het broekje, de goocheltrucs van de clown mislukten allemaal en het karaoke-apparaat kende alleen Chinees. Maar het bier vloeide rijkelijk en was gratis!
We hadden echt een top-avond, en we zijn na de cruise zo snel mogelijk naar KTV (een zaak met prive-karaokeruimtes en Engelse liedjes) gerend (we waren te bezopen om eraan te denken dat we ook een taxi konden nemen voor 8 yuan, terwijl het toch een goeie 5 kilometer ver was) en hebben daar tot diep in de nacht klassiekers van Aqua, Louis Armstrong en Britney Spears lopen brullen. Op de terugweg hebben we nog een sneeuwman van zijn waardigheid beroofd (er stond bij het strand een kartonnen sneeuwman om ons in de kertststemming te brengen, daar is het nodige borsthaar etc aan toegevoegd) en zijn we bij aankomst verder gegaan met het dobbelsteen-drankspelletje (bullshitten heet het volgens mij) en ben ik in de personeelsbedden beland. Good fun!

Morgen pak ik de bus naar Dali, en ga daar denk ik een rondje rond een van de grootste meren van China fietsen (rond de 120 kilometer). Hier trek ik twee dagen voor uit, aangezien het toch vrij bergachtig is daar. Daarna pak ik snel weer een bus naar het zuiden, brrr, veel te koud hier. Eerst ga ik wat dorpjes bezoeken die als het goed is nog niet door toerisme verpest zijn, en dan ga ik proberen over de grens te komen, Laos in. Moet ik nog wel malariamedicatie zien te fixen, maar dat moet wel lukken, hoop ik.

Dat was het weer voorlopig! De foto's gaan nog wel even duren, aangezien ik hier nog geen computers heb kunnen vinden die het uploaden aankunnen. Ik verwacht mijn volgende berichtje vanuit Jinghong te sturen, over een dag of 5. Tot blogs!
Abonneren op:
Posts (Atom)